De Camino Primitivo of letterlijk, de eerste weg, is een geweldige mogelijkheid om de oorsprong van de pelgrimstocht te ontdekken. Startend vanaf de kathedraal van Oviedo loop je via het voormalige Asturische vorstendom door de bergen naar de vestingstad Lugo in Galicië. Vanaf Lugo wandel je door tot aan het dorp Melide vanwaar de route de laatste 55 km samen oploopt met die van de Camino Francés tot aan de kathedraal van Santiago de Compostela.
De route gaat de eerste 250 km dwars door dunbevolkte berggebieden met bijzondere natuur en voornamelijk via paden en onverharde wegen. Iets wat zeker bijdraagt aan de rust en landschappelijke schoonheid. Onderweg kom je ook veel historisch erfgoed tegen, vooral in de drie monumentale steden Oviedo, Lugo en natuurlijk Santiago de Compostela zelf. Het is daarom waarschijnlijk één van de mooiste pelgrimsroutes. Bekijk de 14 etappes.
De Camino Primitivo is anders dan de andere pelgrimstochten naar Santiago. Om te beginnen is de route wat veeleisender door de behoorlijke hoogteverschillen per etappe, de beklimmingen zoals de Puerto de Palo en de vele onverharde paden die in regenachtige seizoenen modderachtig kunnen worden. De mogelijkheden om te overnachten onderweg zijn beperkt waardoor de afstanden soms vastliggen tussen de beschikbare accomodaties. Dit alles verklaart wellicht waarom van alle pelgrims die een Pelgrimsroute Santiago lopen, slechts 5% daarvan de Primitivo bewandelt. Wij vinden dit een pluspunt!
Waarom zou je een eigenlijk een pelgrimsroute naar Santiago lopen?
De lengte van de Camino Primitivo is 312 km, waarvan er 150 door Asturias gaan tot je bij A Fonsagrada de autonome regio Galicia bereikt. De meeste Pelgrims delen de route op in 13 of 14 etappes, met een gemiddelde afstand van tussen de 20 en 30 km. Anders dan langs bijvoorbeeld de Camino Frances, is het aantal accommodaties langs de route beperkt. Het blijft daardoor wel relatief rustig maar het betekent ook dat je niet overal kan overnachten. Tijdig organiseren geeft dan ook de meeste kans op leuke overnachtingsplekken.
Het is een stevige route, vol bijzondere plaatsen, dorpjes en landschappen in twee van de meest indrukwekkende regio’s van Spanje; Asturias en Galicia. Het weer is er wisselvallig, zeker in de bergen, maar dat weerhoudt je er in de meeste gevallen niet van om te genieten van de route, mooie valleien en historische rijkdommen. Een bijzondere beloning voor de Pelgrim die in de eeuwenoude voetstappen treedt van koning Alfonso II van Asturias (760-842). Meer geschiedenis…
Alle accommodaties liggen langs de route*, worden gereserveerd met logies en ontbijt en hebben eigen sanitair.
In de eerste helft van de tocht is het aantal dorpen schaars en wordt de lengte van sommige etappes bepaald door de mogelijkheid om ergens te overnachten. De kwaliteit van alle accomodaties is goed, maar er zijn zeker verschillen in het niveau van luxe. Zo kan het voorkomen dat je de ene dag in een prachtig vier sterren Palacio overnacht en de volgende dag in een sfeervolle, maar eenvoudige dorpsherberg met één ster. Ze zijn allemaal gastvrij en authentiek
*Naarmate je aanvraagdatum dichter op de reisdatum zit kan het zijn dat sommige accomodaties langs de route niet meer beschikbaar zijn. We zullen mogelijke alternatieven aan je voorleggen.
Oviedo is de mooie en eeuwenoude hoofdstad van Asturias.
Om een betere indruk te krijgen van een etappe is er een aparte pagina met een beschrijving, een kaart met de route en de bijbehorende hoogteverschillen. Kijk hiervoor bij ‘meer informatie‘
Het begin van een uitdagende route in 14 etappes. Deze eerste etappe, hoewel niet de moeilijkste, is toch al wel typerend voor de rest van de Camino.
De steilste klim is die naar het dorpje Escamplero. Daarna volgt een lange afdaling richting de Río Nalón. De route loopt een eind langs de rivier en via een middeleeuwse brug kom je bij het gehucht Peñaflor. Lopend langs de landerijen kom je aan in Grado.
Het zwaarste deel van de etappe is aan het begin van de dag. Het is een klim van rond de 300 meter naar Alto de Fresno met het er bovenop gelegen Santuario de Nuestra Señora del Fresno.
Hierna zijn de kilometers die volgen een stuk gemakkelijker. Je steekt de Río Narcea over richting Cornellana en loopt weer langs een rivier, dit keer de Nonaya. Langzaam toch nog 400 meter stijgend, bereik je Salas.
Dit is een van de kortste etappes qua afstand. De moeilijkheid van deze etappe zit ‘m de lange klim. Die begint zodra je Salas (250m) verlaat. Je begint aan een 5 kilometer lange klim richting het dorp Alto de la Espina op een hoogte van 650 meter. Na een korte daling stijg je door naar 760 meter om vervolgens weer even te dalen en dan het hoogtste punt van de dag te bereiken (789m). Hierna loop je door kleine dorpjes als La Pereda of El Pedregal, totdat je uiteindelijk Tineo bereikt.
Dit is geen gemakkelijke etappe, vooral omdat het één van de langste van de hele route is. Veel stijgen en dalen, maar de omgeving is prachtig. Bossen, valleien, berglandschappen en rivieren, erg mooi. De eerste kilometers vanaf Tineo zijn bergop en maken later plaats voor een afdaling naar Campiello.
Dan langzaam weer bergopwaarts met een aantal steile stukken. Als laatste een lange afdaling naar Pola de Allande, een van de Asturische dorpen waar ze nog steeds Eonaviego spreken, een dialect wat gesproken wordt tussen de rivieren de Eo en de Navia.
De route naar La Mesa of A Mesa staat bekend als een van de moeilijkste van de Primitivo vanwege de lange klim van 600 meter omhoog naar Puerto del Palo. Maar het is ook een van de mooiste etappes, wat alle inspanning zeker de moeite waard maakt.
Eenmaal boven is het weidse uitzicht op de Nison-vallei de beloning. Na het grote obstakel te hebben overwonnen, loop je de resterende 13 km tot aan Berducedo waarna het nog een klein stukje is naar La Mesa.
Zoals de vorige etappe bekend staat om haar beklimming, kwalificeert deze etappe voor de langste afdaling naar de stuwdam van de Río Naviaen het Salime stuwmeer.
De afdaling kost weinig moeite en vanaf het meer gaat het weer omhoog tot aan Grandas de Salime. De laatste hele etappe in Asturias.
Via de Porto do Acebo kom je Galicië binnen, de provincie Lugo. Het is een lange klim van 13 km, maar zonder grote complicaties. Na de top ben je op de helft en is het verder een aangename etappe die door kleine dorpjes en landelijk gebied gaat.
De aanduiding op de mijlpalen verandert vanaf hier. Waar in Asturias de voorkant van de schelp de richting aangeeft, wordt dit in Galicië met pijlen gedaan en staat de schelp altijd op dezelfde wijze op de paal.
De eerste volledige etappe in Galicië. Een groot deel van de route gaat over onverharde wegen en het landschap is mooi. Je loopt door typisch Galicische bossen.
Het eerste deel tot aan Montouto geeft weinig moeilijkheden. Vanaf daar begint een lange afdaling gevolgd door aantal stevige klimmen.
De langste etappe van de hele Camino. Dertig kilometer ligt er tussen je startpunt en de oude stad Lugo.
Tijdens de tocht passeer je talloze dorpen zoals: Souto de Torres, Vilar de Cas, Gondar en dat afgewisseld met het groene landschap, typisch voor Galicië. Aan het einde van deze etappe kom je aan in Lugo, een stad waar je nog veel belangrijke restanten uit het Romeinse verleden vindt.
Een deel van de route gaat over lokale wegen en verharde paden. Het moeilijkste is het aantal kilometers dat moet worden afgelegd. De hoogteverschillen tot aan Ponte Ferreira zijn praktisch nul.
Een etappe met een sterk landelijk karakter en wat kleine heuvels in het terrein. Deze etappe leidt je naar Melide, het geografische centrum van Galicia en het punt waar de Camino Primitivo aansluit op de populaire Camino Francés. Vanaf hier zal het een stuk drukker worden op de route.
Je verlaat de provincie Lugo en loopt bij O Coto de provincie A Coruña in. Er zijn slechts 14 kilometers te overbruggen, zodat je in alle rust kan genieten van enkele dorpjes onderweg, zoals Boente en Castañeda, totdat je Arzúa bereikt, waar ook de pelgrims van de Camino del Norte op de route erbij komen.
Omdat het vrij vlak terrein is kan je er ook voor kiezen een etappe over te slaan door direct door te lopen naar O Pedrouzo (33 km).
Als je eenmaal op dit punt bent aangekomen, is er nog 40 kilometer over van de route om bij de kathedraal van Santiago de Compostela aan te komen. Er zijn veel opties mogelijk, maar we bevelen aan om te overnachten in O Pedrouzo. Het is een dorp met voldoende voorzieningen en je hebt de volgende dag nog slechts 20 kilometer voor de boeg om Santiago te bereiken.
De etappe is eenvoudig en het enige probleem dat je kan tegenkomen is het oversteken van een weg.
De laatste fase is aangebroken. We raden je aan vroeg te beginnen met wandelen om deel te kunnen nemen aan de bedevaartsmis van 12.00 uur in de Kathedraal. Het is een eenvoudige etappe en na de beklimming van de Monte do Gozo kan je alvast een glimp opvangen van de langverwachte kathedraal. Het eindpunt is de Plaza del Obradoiro aan de voet van de kathedraal. Het moment dat je veel voldoening zal geven op de plek waar je je persoonlijke doel hebt bereikt.
Einde van de reis.
Deze unieke en historische route leidt niet naar Santiago de Compostela, maar begint er. Vele Pelgrims kiezen er voor om na een gelopen Camino naar Santiago nog een aantal etappes te lopen naar het einde van de wereld (finis-terre=einde-wereld: volgens de Romeinen).
De Camino de Finisterre staat bekend als de verlenging van de Camino naar Santiago en verbindt de hoofdstad van Galicië met met de Kaap van Finisterre en Muxía, beide gelegen aan de legendarische Costa da Morte.
Sinds de oudheid voelden reizigers die naar deze westelijke hoek van Europa kwamen de drang om de zon te volgen. Ze waren geïntrigeerd door het idee om het einde van het land op te zoeken, waar ze de zon in de oneindigheid van de oceaan konden zien ondergaan.
Geschat wordt dat rond de 10% van de pelgrims die in Compostela aankomen hun reis voortzetten naar Finisterre (Fisterra in het Galicisch). En velen van hen maken gebruik van de gelegenheid om ook naar Muxía (Moe-sjiea) te gaan. De verbindingsetappes zijn gemarkeerd in beide richtingen, Fisterra-Muxía of Muxía-Fisterra, met wegwijzers en dubbele pijlen. Zowel Finisterre als Muxía hebben ook een religieuze betekenis voor pelgrims.
Er zijn zelfs mensen die na een bezoek aan beide eindbestemmingen van deze Camino weer terugwandelen naar Santiago en er zo een circulaire route van maken.
Wil je graag de Camino Primitivo lopen? Laat ons weten wanneer je zou willen vertrekken. We checken de beschikbaarheid van de accommodaties. Daarna ontvang je een vrijblijvend reisvoorstel.
Vind je het leuk wat je ziet, maar wil je het net iets anders? Laat het ons weten, we passen het programma graag voor je aan.
Een impressie van de wandeltocht in 100 foto’s
We raden je aan om te boeken wanneer je zeker weet wanneer je wilt gaan. Hoewel het meestal rustig is op de route van de Camino Primitivo, zijn hotels en de andere accommodaties tot aan het samenkomen met de Camino Francés (na 250 km) kleinschalig en gering in aantal, dus relatief snel volgeboekt.
NB We raden aan om de vluchten pas te boeken als de wandelreis en accommodaties bevestigd zijn.
Meer informatie op de algemene informatiepagina over de Caminos naar Santiago
Als je via Luz Verde reist ontvang je het officiële Pelgrimspaspoort en een Jakobsschelp met kruis voordat je aan de Camino begint.
Het is een prachtige hooggelegen alternatieve etappe van de Primitivo van minimaal 24,1 km lengte tussen Borres (of Campiello +3) en Berducedo (of La Mesa +4,4), over een bergrug door onbewoond gebied met oude ruïnes en een prachtig uitzicht.
Als je de route wilt lopen moet je vooraf zeker zijn dat het weer goed is. Bij mist en regen wordt deze route ten zeerste afgeraden. Omdat er geen voorzieningen zijn op de route is het belangrijk om voldoende water en proviand mee te nemen en, ook in de zomer, de juiste uitrusting voor wind en kou bij je te hebben.
De Hospitales route betekent vrij vertaald de route van de ziekenhuizen. Afkomstig uit de middeleeuwen waren dit de kloosters waar de pelgrims konden overnachten en waar nodig werden verzorgd. Het pad loopt dan ook langs drie verschillende ruïnes van Hospitales en de Ermita van San Pasqual.
Omdat het weer niet goed valt te voorspellen in de bergen is Luz Verde terughoudend bij het integreren van deze alternatieve route in het geheel. Als de Hospitales route vanwege de weersomstandigheden op het laatste moment niet door kan gaan heeft dit impact op meerdere reserveringen tegelijk.
Het bergachtige landschap, de paden en de rust van de natuur veranderen na Melide. Hier ontmoet de Primitivo de Camino Francés, de drukste van alle Caminos de Santiago. De laatste drie etappes zijn dan ook van een andere aard. Er is in ieder geval geen gebrek aan voorzieningen onderweg.
In welk seizoen je gaat is persoonlijk en bepalend voor je ervaring, wat je mee moet nemen en hoever je van te voren moet boeken. In feite heeft elke periode zijn voor- maar ook nadelen.
Lente
De lente is een zeer goede tijd om deze route af te leggen. De temperaturen zullen mild zijn. Toch kleven er twee nadelen aan: onstabiel weer en een toename van pollen in de lucht (allergieën). Op basis hiervan adviseren we om goed voorbereid op pad te gaan. In ieder geval zal de lente je laten genieten van de natuurlijke omgeving van de Camino Primitivo in al zijn pracht en kleur.
Zomer
De zomer is verreweg de meest populaire tijd om de Camino Primitivo te lopen om voor de hand liggende redenen. De dagen zijn langer en de meeste mensen hebben er in de zomer er ook de tijd voor. Het weer in de bergen en vanwege de noordelijke ligging is stabiel en aangenaam warm. De keerzijde is dat hierdoor de beschikbaarheid van de schaarse accommodaties in de bergen omlaag gaat. Tijdig boeken is het devies.
Herfst
Een van de belangrijkste handicaps van het lopen van de Primitivo in de herfst is de instabiliteit van het weer. Het kan vaker regenen waardoor het lopen over de vele paden en onverharde wegen een zwaardere ervaring zal worden. Met de juiste uitrusting kan je juist in alle rust genieten van de prachtige grotendeels bladverliezende omgeving en de bijbehorende herfstkleuren.
Winter
Omdat de route door bergen gaat, is het genieten van verse sneeuwval en de mooie vergezichten. Maar het kan ook intens regenen en koud zijn, wat tot een zware tocht kan leiden. Maar ook hiervoor geldt: Er zijn altijd mensen die deze factoren juist als een avontuurlijke uitdaging zien. Door goed voorbereid en met de juiste uitrusting op pad te gaan hoeft dit ook geen probleem te zijn. De bezettingsgraad van de accommodaties is laag. Al zullen enkele in de winter gesloten zijn.
De route bevat eigenlijk geen technische moeilijkheden. Wel zijn het behoorlijke afstanden en hoogteverschillen, dus een goede wandelconditie is voor de Camino Primitivo een must. Om het minder zwaar te maken is bagagevervoer aan te raden. Je loopt dan alleen met een dagrugzak.
Daarnaast kunnen er ook extra rustdagen worden ingepland op locaties die daar geschikt voor zijn.
Je koffer of tas laat je ’s ochtends in het hotel achter bij de receptie. Terwijl je geniet van je wandeling wordt je bagage naar de volgende accommodatie op de route gebracht.