Wandelen langs de Portugese en Spaanse kust
- Porto - Santiago
- Camino Portugués costal
- 265 km
- 13 etappes
Vanuit Porto is het een uurtje lopen langs de traag stromende Douro om bij de Atlantische Oceaan te komen. En zo wandelen Richina en ik half maart vanuit ons hotel via de kathedraal naar de kades bij het historische centrum om de rivier in westelijke richting te volgen. Een lekker zonnetje op onze rug en de route wijst zich verder zelf.
Na de laatste grote brug, de Ponta da Arrábia, zijn we op de helft van de zes kilometer tot aan de Atlantische Oceaan. Een goed moment voor koffie met een Pastel de Nata (custardtaartje) bij een leuk koffietentje vlak voor de kleine vuurtoren. Het is nog niet druk zo half maart.
Eenmaal om de hoek bij Praia do Carneiro zien we eindelijk de oceaan. We volgen de route zoveel mogelijk langs de Costa Verde zoals de kust hier genoemd wordt. Boulevards, afgewisseld met strand, paden en veel boardwalks. Het uitzicht op de brekende golven is prachtig.
We zien af en toe de welbekende pijlen en mijlpalen met jacobsschelp die de route aangeven. Het zijn er niet veel, maar dat is ook niet nodig.
Na 20 km stoppen we bij het kleine strand Facho en ontmoeten op het terras van Mari-Zé een Nederlandse medewandelaar van 79 die we al eerder hadden zien lopen. Het is ook zijn eerste etappe van deze tocht, die hij overigens al vaker gelopen heeft. We drinken samen wat bij de ondergaande zon en wisselen van gedachten over het fenomeen wandelen-tot-op-hoge-leeftijd. Een perfect einde van de wandeldag.
Volgens plan
Voor ons is het dan tijd om terug te gaan naar het hotel in Porto, als onderdeel van ons ambitieuze plan om tegelijkertijd zowel de centrale als de kustroute te lopen. Dus nemen we een bus terug richting de stad. Er rijden langs de kust met regelmaat bussen in beide richtingen. In Porto zelf is een goed metrostelsel om snel ieder deel van de stad te bereiken.
Terug naar de kust
Over een kleine week zal ik de kustroute vervolgen met een vriend die overkomt vanuit Nederland. Maar eerst loop ik met Richina vanuit Porto vijf etappes van de centrale route tot aan de grensplaats Valença (~115 km) om het eerste deel van de klassieke centrale Camino Portugués te verkennen. Richina zal daarna met een vriendin het Spaanse deel van de Camino lopen vanaf Valença naar Santiago de Compostela. En ik ga terug naar de Portugese kust.
Voor het vervolg van de kustroute hebben Hans en ik zes dagen en lopen daarom tot aan Redondela. Vanaf daar komen de beide routes samen. We pakken de route op bij Esposende en logeren in het havenstadje Viana do Castelo aan de noordkant van de groene stalen brug over de Río Lima.
De volgende dag gaan we op weg naar Vila Praia de Âncora. Een dorp met een boulevard en wat leuke terrasjes. Niet al te veel kilometers die dag. Een mooie rustige route langs de kilometerslange rotsachtige stranden en het continue geluid van de brekende golven. Ik kan er niet genoeg van krijgen. Een prachtig stuk natuur.
Na het ontbijt in Âncora kunnen we na een kilometer of tien de grens met Spanje oversteken. We wandelen via de kustlijn naar de grensplaats Caminha. Op de locatie van de officiële pont staat een auto klaar om ons een eindje verderop naar een kleine watertaxi te brengen.
Op deze manier hoeven we niet lang te wachten. We varen over het smalle deel bij de monding van de Minho en stappen na 2 minuten af op het strand bij A Guarda. We zijn in Spanje.
Eenmaal aan de overkant lunchen we in A Guarda en lopen we door naar Oia, een piepklein gehucht met een opvallend grote kerk aan zee. Daar overnachten we in een hotelkamer met zeezicht. Wat meteen ook de laatste mogelijkheid van deze tocht is want de dag erop zullen we de Ría de Vigo inlopen om naar het plaatsje Baiona te gaan.
De subtropische Rías Baixas
Baiona ligt in de Rías Baixas. Het landschap van dit gebied is bijzonder en wordt gekenmerkt door brede diepe inhammen, een soort fjorden, waar rivieren de zee in stromen. Dit worden ook wel Estuaria genoemd, waar het zoete rivierwater zich mengt met het zoute zeewater. In combinatie met de getijden levert dit bijzondere natuur op. Net zoals bij ons in Nederland bij de Westerschelde en de Eems-Dollard.
Maar dat is nog niet alles. Bij de naam Rías Baixas zullen de meeste mensen denken aan witte wijn. Het is dan ook een geclassificeerde wijnstreek met een koel en vochtig zeeklimaat, waar voornamelijk de Albariño druif wordt geteeld. Al eeuwen laten de wijnboeren deze druif groeien op emparrados, een soort granieten pergola’s van ongeveer twee meter hoog, zodat de druiven door het bladerdak beschermd zijn tegen de zon en de frisse zeewind er onderdoor kan waaien om schimmels en ziekten te voorkomen.
Vlak voor de vuurtoren van Cabo Silleiro gaan we de berg op, klimmen even stevig omhoog en komen bij het afdalen in een ander soort landschap. Het lijkt er warmer (micro-klimaat?) maar vooral de sfeer is anders. In plaats van de eenvoudige vissersdorpjes zijn het hier in de Ría de Vigo vooral boulevards, stranden, jachthavens en luxe vakantiehuizen van Spanjaarden die het beeld bepalen. Een ‘mediterraan’ sfeertje. Even heel wat anders dan de kilometers achter ons.
Die avond bestellen we in de taberna van ons monumentale hotel Pazo de Mendoza, een Arroz Negro. Een heerlijk gerecht van rijst met inktvisjes gekookt in hun eigen zwarte inkt en aioli, begeleid door een niet te vermijden frisse lokale Albariño.
Die ochtend erop beginnen we aan de 27 kilometer lange etappe naar Vigo. We blijven in de Ría en lopen voornamelijk over boulevards langs de vele witte stranden. Vigo is de grootste stad van Galicië en de grootste vissershaven van Europa. Dat laatste is ook wel te zien aan alle grote vissersschepen die er liggen.
Bij aankomst zijn de voorbereidingen voor de La Reconquista feesten (eind maart) in volle gang, waarbij gevierd wordt dat Vigo één van de eerste steden was die het leger van Napoleon heeft weten te verjagen uit hun stad (1809). We zien muziekpodia en onderdelen van straattheater waarbij groepen ‘Spanjaarden’ en ‘Fransen’ de schermutselingen van toen in de straten realistisch naspelen.
De volgende dag lopen we een relatief kort stuk van 16 kilometer naar Redondela. Wel moeten we daarvoor in de eerste vijf kilometer 150 meter omhoog. Het is niet veel, maar vergeleken bij de andere etappes valt het op. Het uitzicht over Vigo en de Ría is er dan ook naar. Eenmaal in Redondela lopen we naar het station om na de lunch de trein van 15:00 naar Padrón te nemen.
Padrón, waar we overnachten, is een goed startpunt voor een laatste etappe van 28 kilometer van de Camino Portugués naar Santiago de Compostela. Hoewel we de route in ons geval niet hebben afgelegd als pelgrimstocht maar als mooie kustwandeling is het toch leuk, nu we er toch zijn, om de laatste etappe te lopen en de sfeer van de binnenkomst in Santiago mee te maken. Richina en haar vriendin zijn een dag voor ons aangekomen via de officiële centrale route en halen ons binnen op het Plaza del Obradoiro voor de kathedraal.
De Camino Portugués Costal in het kort
De Caminho Português da Costa, zoals de route in het Portugees heet, is de pelgrimsroute die als kustvariant langs de Atlantische Oceaan loopt en net als de klassieke centrale route begint in Porto – of Lissabon – en eindigt in Santiago de Compostela.
De totale afstand van Porto via de kust naar Santiago de Compostela is 271 km, verdeeld in 13 gemakkelijke etappes. De meest ervaren lopers zouden het wel in een paar etappes minder kunnen doen. Maar neem vooral de tijd die je nodig hebt.
De kustroute loopt in Portugal langs de Costa Verde en komt door de stadjes Vila do Conde, Esposende, Viana do Castelo, Vila Praia de Âncora en als laatste Caminha. Hier steek je met een boot of pont de grensrivier de Minho over om in Spanje te komen.
In Spanje gaat het dan verder langs de kustplaatsen Oia, Baiona, en Vigo. Na ongeveer 190 km langs de kust vanaf Porto sluit de route in Redondela aan bij de klassieke of centrale Camino Portugués.
Vigo of Redondela zijn ook goede plaatsen om de tocht te beëindigen als je alleen van de mooie kustroute wilt genieten. Voor rond € 15 kan je vanaf het station van Vigo of Redondela in 2,5 uur terug zijn in Porto of in 1,5 uur in Santiago per trein of bus.
De belangstelling voor deze route groeit ieder jaar. Het is waarschijnlijk een combinatie van factoren. Het mooie landschap, de aantrekkingskracht van de zee en de goede bereikbaarheid van Porto. Bovendien is de route fysiek niet veeleisend want de hoogteverschillen langs deze kust zijn minimaal.
In het noorden van Portugal en Spanje is het klimaat gematigd gedurende het grootste deel van het jaar. Dit maakt het mogelijk om deze route in elk seizoen te bewandelen: de herfst, winter en het vroege voorjaar zijn perfect voor degenen die willen genieten van wandeltocht zonder drukte. En in de zomer zou je kunnen afwisselen tussen de ochtenden wandelen en de middagen op het strand, of met af en toe en frisse duik onderweg.
Uitbreiding reisprogramma
Vanaf 1 juni 2023 biedt Luz Verde ook het Portugese reisprogramma van Aarts Wandelreizen aan. Daarvoor hebben wij nog wel wat ‘huiswerk’ te doen; de mooie wandelreizen in Portugal verkennen om wandelaars goed te kunnen adviseren.
Zoals je hierboven gelezen hebt is de kop eraf! We kunnen nu voor beide varianten van de Camino Portugués putten uit eigen ervaring zowel qua route als accommodaties.
In het najaar van 2023 hebben we de indrukwekkende kustwandeling Rota Vicentina die start ten zuiden van Lissabon richting Cabo de San Vicente gelopen evenals de rustieke Via Algarviana dwars door de glooiende binnenlanden van de Algarve. Twee hele mooie toevoegingen aan het portfolio van de lange afstand wandelreizen.